Als Belg in Nederland, word ik weleens misbegrepen. In twee jaar tijd heb ik leren articuleren, mijn Belgische ‘u’ door ‘je’ vervangen en ondertussen ben ik meer thuis in de Nederlandse taal, en gewend aan de verwarde lach van een gesprekspartner wanneer ze me niet begrepen, of aan de gesprekken waar we totaal naast elkaar praten. ‘Hebben jullie hier een microgolf – ja, golfen doe ik weleens, en jij?’. Mijn collega’s zijn ook steeds meer thuis in het Vlaams en meer bepaald het Antwerps. Ook dankzij het Vlaams-Nederlands woordenboek dat ze sinds mijn eerste week bij De Forensische Zorgspecialisten begonnen zijn.
Een paar weken geleden hadden we nog een grappig gesprek, waarbij ik weer versteld stond dat mijn collega’s een bepaald Belgisch woord, dat mij overigens zo logisch lijkt, vreemd vonden klinken. Want toen mijn collega het woord ‘voorsmaakje’ had gezien in een tekst die ik schreef, draaide haar maag toch even om. ‘Bedoelde je voorproefje?’ waarop ik in een hele existentiële taalcrisis kwam ‘Bestaat het woord voorsmaakje wel in die zin? Is het uberhaupt een woord in België? Waar ben ik nu weer?’. Ze had het woord gecorrigeerd, want het deed mijn beide collega’s denken aan een pre-zoenactie in een club. Niet handig voor een samenvattende tekst over een onderzoek over plegers in de klinische praktijk. Mijn collega’s moesten heel hard lachen, er kwamen ook handgebaren bij, etc. Jahaa, een Belg op je Nederlandse communicatieafdeling, da’s pas sfeer.
Geef een reactie